De hoeveelheid zonlicht dat op een deel van de aarde valt, is bepalend voor het jaargetijde en het klimaat. Seizoenen ontstaan dus door de Zon, de baan van de Aarde om de Zon en de aardas.
De baan van de Aarde
De Aarde is één van de negen planeten in het zonnestelsel en staat op 150 miljoen kilometer van de Zon. Een jaar op de Aarde duurt iets meer dan 365 dagen, dit is gelijk aan één omloop rond de zon: iets meer dan 365 dagen. De baan van de Aarde is niet precies rond maar wat eivormig (ovaal noemen we dat). Ze staat dus soms wat dichter bij de Zon, en soms staat ze wat verder weg. Dit is niet de oorzaak van de seizoenen.
Dag en nacht
Ken jij de Aardas? Vast wel. Dit is een denkbeeldige as die loopt van de noord naar de zuidpool. De Aarde draait om die as, en zo ontstaan dag en nacht. Zo’n omwenteling duurt: 23 uur 56 minuten en 4 seconden. Dus geen 24 uur precies.
De seizoenen
De aardas staat niet recht, maar iets scheef! De hoek die hij maakt is ongeveer 23,5 graden. Deze scheve stand van de aardas is de oorzaak van de seizoenen. Dat komt omdat dan verschillende delen van de Aarde, op verschillende momenten meer of minder zonlicht krijgen. Op het noordelijk halfrond is de noordpool (het bovenste stukje van de Aarde) in december het verst van de Zon afgericht. De noordpool ontvangt dan ook minder zonlicht, dan zijn de temperaturen lager, en duurt een dag korter; het is dan winter. De Aarde draait verder om de Zon, en de noordpool komt dan meer richting de Zon te liggen, de Zon komt dan hoger aan de hemel te staan; het is lente op de noordpool. Rond 21 maart duren dag en nacht dan ook even lang. Tot aan 21 juni neemt de hoeveelheid zonlicht toe. Op 21 juni bereikt de Zon haar hoogste punt aan de hemel, en staat dan boven de kreeftskeerkring. In gebieden boven de poolcirkel staat de Zon zelfs 24 uur boven de horizon! Het is dus steeds licht.

De Aarde gaat verder in haar rondje om de Zon, en de noordpool beweegt van de Zon af, het wordt herfst op 21 september. De dagen worden korter, en op 21 december is het winter. Het is dan 24 uur donker!
Als echter op het noordelijk halfrond de zomer begint, begint op het zuidelijk halfrond de winter en is het zuidelijk van de zuidpoolcirkel donker. Als op 21 december in het noorden de winter begint, begint op het zuidelijk halfrond de zomer. Dan beweegt de zon op de steenbokskeerkring door het zenit(het hoogste punt aan de hemel), en staat dan pal boven je aan de hemel. De schaduw zit dan eigenlijk onder je voeten. Op het zuidelijk halfrond begint in maart de herfst en in september de lente.
Maar….nu denk je natuurlijk dat het winter is omdat je dan net iets verder van de Zon af bent. Nee dus. De reden is dat het zonlicht (en dus ook de zonnewarmte) over een groter gebied wordt verdeeld. Als het zomer is staat de Zon recht boven het oppervalk en blijft de zonnewarmte bij elkaar.