Het meten van hoeken

Oké kids, tijd voor een portie meten en rekenen. Want hoe zeg je nu hoe groot iets is aan de sterrenhemel? En hoever objecten van elkaar af staan? Da’s een goede vraag! Maar niet moeilijk. Meten aan objecten aan de sterrenhemel doe je in hoeken.

Hoe groot is de Maan?
Zo kun je de grootte van de maan uitleggen in een hoekmaat, maar bijvoorbeeld ook de afstand tussen twee objecten aan de hemel.

We zeggen bijvoorbeeld: “de maan heeft een doorsnede van een halve graad (0.5°)”.We hebben het dan over de hele maan. De helft van de maan is dan de helft van een halve graad. Weet je nu ook hoe groot de zon is? Vast wel. Denk maar eens aan een zonsverduistering. De maan dekt de zonneschijf dan precies af, dus de zon is………graden.

En nu naar Mars!
Maar hoe meet je nu een object dat veel kleiner oogt aan de hemel, Mars bijvoorbeeld? Mars kun je met het blote oog zien als een heldere ster, maar door een telescoop lijkt hij al wat groter. Die graad waar we het net over hadden kun je onderverdelen in minuten (boogminuten). Er passen 60 minuten in een graad, en in elke minuut passen weer 60 boogseconden. Dat komt je vast wel bekent voor! Net als onze klok kunnen we de graden onderverdelen in minuten en seconden. Dat kun je dus gemakkelijk onthouden. De planeet Mars is bijvoorbeeld soms 3 boogseconden, maar soms ook 25 boogeconden groot. Dat hangt af hoever Mars van ons af staat.

Hoe meet je nu gemakkelijk afstanden? Daar is een gemakkelijk trucje voor! En dat trucje is je eigen hand, die kun je gebruiken als liniaal. Wanneer we de vingers van de hand spreiden, en de arm strekken, dan is de afstand tussen de duim en de pink ongeveer twintig graden (20°). We hebben het dan over een hand voor een volwassene, die van jullie is wat kleiner. Maar je arm is tegelijk ook korter. Als je nu een vuist maakt, dan heb je ongeveer acht graden (8°). En een vinger heeft ongeveer twee graden (2°). Dus je kunt de Volle Maan verstoppen achter je vinger, en dat wel vier keer!

 

Zo kun je dus ook de afstand meten tussen twee hemellichamen. Dus: 1 booggraad = 60 boogminuten = 3600 boogseconden

Maanillusie
Het is je trouwens vast wel een keer opgevallen dat de maan er veel groter uitziet als hij opkomt dan wanneer hij hoog aan de hemel staat. Vooral de volle maan die laag aan de horizon staat, lijkt veel groter in diameter dan wanneer hij hoog staat. Is dat echt zo? Meet het maar eens op met de bovenstaande methode voor beide gevallen. Hoeveel keer past de maan in je duim? Hoe dit effect ontstaat lees je hier.

 

 

Print Friendly, PDF & Email
Terug naar boven
× Hoe kan ik je helpen?